(Dit fin-de-sièclegedicht moet een aanleiding hebben gehad maar die ben ik helaas vergeten. Klimaatverandering? Blijft evengoed een aardig rijmpje.)
Er waren eens twee wolkjes en
niemand wist waarom
Ze wisten zelf ook niet
zoveel en hingen maar wat rond
Waarom wolkjes? Waarom twee?
Waarom bestonden zij?
Waarom trouwens al die vragen?
En waarom eigenlijk aan mij?
Het was het einde van de eeuw;
het wachten was op later
Er was een kans op regenval
want wolken zijn van water
Hoewel, je hebt ze in het
wereldruim, die wolken zijn van licht
Dat zijn wolken van belang al
missen ze gewicht
De aard van onze twee die kan
hier niet worden onthuld
Ik weet alleen: ze waren met
mysterieën gevuld
De kwestie is nu achterhaald -
het waren er geen twee
Een derde, stiekem
neergedaald, deed plotseling ook mee
Was hij er altijd al geweest,
een transparant gordijn?
Je weet niet half hoe goed
vermomd die wolken kunnen zijn
Er kwam een vierde, en een
vijfde. Alles werd één grote wolk
Die hing boven de nieuwe eeuw
in de gedaante van een dolk
Een landschap met twee wolkjes
werd een grauwe bank van mist
Zo eindigt een verhaal waarvan
ik ook de loop niet wist.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten