toen jij vanmorgen langs me ging
kreeg ik een kaakslag van de luchtverplaatsing en ik wist
dit is dus de ontreddering
weg met die oude vriendschapsring
dit is wat ik zo lang al miste
maar wat dat 'dit' was, wat ik miste, wist ik niet
ik bladerde in boekjes, vroeg het vrienden
die zeiden zomaar zonder meer en unaniem
dat ik niet zo moest zeuren
hoezo moest ik niet zeuren
waarom mocht ik niet weten wie of wat
mijn wangen en mijn brilleglazen kleurde
ik kwam erachter
jij geurde
mijn kouwe zweet, jouw vrouwenzweet
jouw feromonen aan de kraan van mijn hormonen
mijn androstostestosteronen en mijn endorfinen
mijn eigen, lieve heroine
die vlinders in m'n buik, dat gaat nog
maar dat zoemen in m'n kop!
ik kan niet denken, ja, alleen een beetje aan jouw naam
wat heb je met m'n hypothalamus gedaan?
die pompt me vol met stoffen, eindigend op -ine
al m'n zenuwen zijn gelijktijdig uit en aan
m'n hart doet raar, het lijkt wel of het klopt
losgebroken dopamine teistert de synaptische membranen
ik kan niet op m'n benen staan en
vloedgolf van serotoninadrenaline
raakt die rotzooi nooit eens op?
nooit meer eten, nooit meer slapen
dronken staar ik naar je schaduw door het raam
een roes die nooit meer stopt
en als we vanavond opgaan in elkaar
oog in oog en tand op tand
de blik op zero, net als het verstand
dan kom ik even krap te zitten in vasopressine
dat is sterk verdund
dan neemt oxytocine me op sleeptouw naar het hoogtepunt
zucht
en dan ruik ik weer die lucht
Geen opmerkingen:
Een reactie posten